Jeroen over zijn coming out
Op 11 oktober is het internationale Coming Out Day. Niet de dag waarop je uit de kast moet komen, maar juist de dag voor anderen om te laten zien dat het oké is dat jij jezelf kunt zijn bij hen. In aanloop naar Coming Out Day willen we graag wat Coming Out-verhalen delen. Als eerste een van ons nieuwste bestuurslid: Jeroen de Groot.
Ergens rond mijn 11e jaar viel het kwartje. Ik ben homo.
Toen ik rond mijn achtste aan mijn moeder vroeg wat een homo is kreeg ik als antwoord: “Dat is iemand die niet van vrouwen houdt.” Op dat moment zag ik Jos Brink heel leuk met zijn vrouwelijke collega omgaan op TV. Huh? Dat dit een vrouwenhater was kon ik me niet voorstellen! Maar rond mijn elfde begreep ik die uitspraak wel. En ook wist ik door (meestal negatieve) opmerkingen wel dat ik ‘ook zo’ ben. Ik wist al heel lang dat ik op mannen val. Maar het woord ‘homo’ koppelde ik niet eerder aan de gevoelens die ik soms had als ik een (in mijn ogen) aantrekkelijke man zag.
Vanaf die bewustwording ving ik alles op wat maar met homoseksualiteit te maken had. Alle stille verwijzingen in films en literatuur ving ik op. Mijn ‘gaydar’ werd ontwikkeld. Maar alle negatieve uitingen over homo’s kwamen daardoor wel veel harder binnen, waardoor ik mijn gevoelens parkeerde tot ‘later als ik groot ben’. Ik kreeg het gevoel dat ik een ingewikkeld leven tegemoet ging. En daar had ik helemaal geen zin in!
Puberteit
Opgroeiend werd ik bestookt met waarschuwingen voor een in die tijd ongeneeslijke ziekte; HIV. In mijn hoofd werd seks daarom onlosmakelijk verbonden met de dood. Geen prettige gedachte als je JUIST in je puberteit daar zo nieuwsgierig naar bent. Seks met een ander was voor mij een ‘no go’, en eigenlijk is het nog steeds ‘een dingetje’. Ik nam genoegen met een plaatje van een mooie man. Als die tenminste voorradig waren in het pre-internet tijdperk.
Tegen beter weten in probeerde ik eens verkering met een meisje. Gewoon, even kijken of mijn gevoelens echt wel klopten. Na de eerste zoen wist ik het zeker. Waar ik snakte naar een zoen, vond ik die van een meisje verschrikkelijk goor! De verkering was snel over. Hier was een grens bereikt in heterootje spelen. Maar uit de kast komen durfde ik nog niet.
Dat er op de Grafische School (toen bijna alleen maar jongens) veelvuldig met mietje en (k*) homo werd gescholden en dat ik in mijn pubertijd in een dorp woonde waar de kerk veel invloed heeft, maakte dat het in de kast zitten nog veel langer duurde dan ik zelf had gehoopt. Bekend staan als ‘die homo van het dorp’ wilde ik niet. En dat, ondanks dat ik bijna wel zeker wist dat ik de steun zou krijgen van mijn familie, maakte de drempel naar een coming-out alleen maar hoger. Totdat we terug verhuisden naar Rotterdam!
Vrijheid
In Rotterdam kon ik opgaan in anonimiteit. Nu was mijn tijd aangebroken om uit te zoeken hoe het nou precies in elkaar zit met dat homo zijn. Hier zijn belangengroepen en horeca voor homo’s waar ik naartoe kon. Nu alleen nog de moed verzamelen om er ook daadwerkelijk heen te gaan.
Alleen op stap naar een homohorecagelegenheid vond ik veel te spannend. Eerst maar naar DE belangenvereniging voor homoseksuelen, het COC. Ik denk dat ik via teletekst (toen een belangrijk infokanaal) erachter was gekomen dat het COC op de Schiedamsesingel zit. Maar daar was ik nog nooit geweest. Mijn moeder kende enorm veel straten in Rotterdam, dus vroeg ik het haar. Stiekem hopend dat ze door zou vragen. Dat deed ze dus niet! Ik heb zeker 24 uur met een knoop in mijn maag gezeten. Toen heb ik toch maar verteld wat ik daar moest doen. Elf jaar nadat ik mij bewust was van mijn homoseksualiteit kon ik het niet langer voor me houden.
Mam, ik ben homo!
Mijn ouders hadden het recht het als eerste te weten. Ik vond het niet eerlijk als ik plotseling met een jongen aan zou komen zetten. (Hoi ma! Dit is je schoonzoon.) Mijn ouders moest ik toch even voorbereiden op het feit dat ik met een jongen thuis zou komen. Zij hebben mijn ontwikkeling daarna ook van een afstand gevolgd. Brachten mij naar het COC, waren op de hoogte waar ik uitging en leerden mijn nieuwe (gay) vrienden kennen. Achteraf een goede zet om het zo open te spelen. Zo verdwenen al de angsten die zij hadden met betrekking tot hun homoseksuele zoon. Zo ben ik steeds meer mensen gaan vertellen over mijn geaardheid.
Na het uit de kast komen ging ik al snel op mijzelf wonen in Rotterdam. Dit gaf mij nog meer vrijheid om alles uit te zoeken. Daar kon ik mijn eerste vriendje ontvangen en ongegeneerd verliefd zijn. Met het eerste vriendje kwam ook de eerste zoen.
En die was WEL lekker!
Jeroen de Groot